Piet Hartman in gesprek met Timo Hoogeboom, algemeen directeur van HAK.
Ruim honderd miljoen potten groenten en peulvruchten worden jaarlijks geproduceerd bij HAK. Het gaat het groentebedrijf uit Giessen voor de wind. De coronacrisis heeft nauwelijks impact gehad op de winst, maar hoe gaat HAK om met de klimaatverandering en hoe kijken ze aan tegen duurzaamheid, want het landbouwmotto uit de vorige eeuw ‘meer, meer, meer’ heeft geleid tot dode bodems en niet te vergeten het stikstofprobleem.

Fotografie: Jan van Aartrijk
Schrijver columnist Piet Hartman uit Hank wilde graag een keer om tafel met de algemeen directeur van HAK, Timo Hoogeboom. Hij zat met deze kwesties in zijn maag en was benieuwd hoe de conservengigant uit Altena aankijkt tegen milieuvriendelijk produceren. In de Rode Kool zaal van het pand in Giessen krijgen we antwoord op deze vragen.
Bovenwettelijke eisen
HAK zetelt met zijn hoofdkantoor al vanaf de oprichting in Giessen. De fabriek is de laatste jaren aanzienlijk uitgebreid. Daarnaast is in 2017 HAK Fresh in Den Bosch opgestart en heeft HAK een eigen organisatie in Duitsland gerealiseerd. Totaal zijn er 200 mensen werkzaam waarvan er tien dagelijks de boontjes, bieten en andere producten proeven én keuren op zoet, zuur en muf. “Mocht de appelmoes een keertje niet HAK-waardig zijn, dan gaat die naar de voedselbank, mits het voedselveilig is” zegt Timo Hoogeboom.
Piet Hartman is zoals altijd kritisch, nieuwsgierig en recht voor zijn raap. In zijn maandelijkse columns stelde hij al eens de afvalberg in Werkendam ter discussie, werpt hij zijn licht op zaken als de landelijke verkiezingen, geeft hij de lezer soms een inkijkje in zijn eigen persoonlijke leven en wil hij mensen wakker schudden als iets in zijn ogen ontspoort. Zo ook vanmiddag. Hij voelt de CEO van HAK aan de tand over de samenwerking met de telers en het beleid van HAK ten aanzien van duurzaamheid. Sinds kort zitten er namelijk stickers op de potten van HAK met de tekst ‘On the way to PlanetProof’.
Allereerst de vraag waar die term vandaan komt. “Ik heb hem niet zelf verzonnen”, lacht Timo Hoogeboom. “On the way to PlanetProof is een onafhankelijk keurmerk dat je vindt op zuivel, fruit, eieren én veel groenten van HAK. De producten zijn duurzamer geproduceerd en daardoor beter voor mens, dier, natuur en uiteindelijk het klimaat. De meeste telers waar HAK mee samenwerkt zijn al gecertificeerd. Voor 2016 zat er niets tussen regulier en biologisch, waarbij totaal geen gewasbescherming of kunstmest gebruikt wordt, tot Greenpeace met een onderzoek kwam over de bijenstand in Nederland. Zij zijn toen hard van leer getrokken tegen de supermarkten dat al hun groente en fruit geteeld werd op een manier die niet goed was voor de biodiversiteit. Stichting Milieukeur heeft toen samen met Greenpeace een alternatief certificeringsschema in het leven geroepen, On the way to PlanetProof, met 36 bovenwettelijke eisen. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen mag, maar beperkt en moet gecompenseerd worden met andere maatregelen.”
“On the way to PlanetProof is een onafhankelijk keurmerk dat je vindt op zuivel, fruit, eieren én veel groenten van HAK."
Het groene normaal
Zo transparant als de glazen pot, zo doorzichtig wil HAK zijn op het gebied van groenteteelt- en verwerking, zo valt ook te lezen op hun website. Sterker nog, in een manifest dat Timo Hoogeboom in juni vorig jaar aanbood aan onze toenmalige minister van landbouw Carola Schouten wil HAK zijn missie actief delen met heel Nederland. “Het groene normaal, daar moeten we naar toe. Lokaal, duurzaam produceren met een betere prijs voor de teler. Dit zal leiden tot een iets hogere verkoopprijs, maar wij vertrouwen erop dat de consument van vandaag bereid is om die te betalen. HAK is bovendien een sterk merk.” Timo Hoogeboom is zichtbaar begaan met het milieu. “Afgezien van mijn intrinsieke motivatie heeft het familiebedrijf al vanaf de oprichting in 1952 een nobel streven: leven uit afhankelijkheid. Het is dus niks nieuws eigenlijk voor ons, we zijn het DNA altijd trouw gebleven. Het lokaal en duurzaam ondernemen is alleen nog meer verankerd geraakt”.
Adri den Dekker kan erover meepraten. Hij heeft 49 jaar gewerkt in de wereld van conserven, 34 jaar bij de Heusdense conservenfabriek Jonker Fris en daarna bij HAK, mateloos geïntrigeerd door groente en hongerig naar kennis, nieuwe ervaringen en uitdagingen. En nog altijd is hij geboeid door het productieproces, maar ook door de natuur waar we zuinig op moeten zijn. Adri den Dekker gaat met pensioen en genieten van zijn vrije tijd met vrouw en (klein)kinderen. Hij gaat het werk enorm missen en sluit niet uit dat hij nog iets in het onderwijs gaat doen of een boek gaat schrijven. Natuurlijk over groenteteelt, maar ook over de footprint en de klimaatverandering. “Het is nu april, het sneeuwt en vriest ’s nachts. Het is de vraag wat dat doet met de gewassen.” Zijn opvolger bij HAK, Joachim Nieuwhoff, gaat zich verder buigen over deze vraag.
In de hal waar we afscheid nemen, staan de potten en sta-zakken van HAK met trots uitgestald. We krijgen er een paar mee voor thuis, waaronder een Mexicaanse burritoschotel en een pot rode kool met stukjes peer.
Rode kool
Over rode kool gesproken, voordat we op huis aan gaan, rijden we langs het akkerbouwbedrijf van de familie Straver in Almkerk dat rode kool en rode bieten levert aan HAK. Straver is één van de driehonderd telers waar HAK mee samenwerkt. Sinds twee jaar mogen zij het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ voeren. Wim Straver: “De afgelopen jaren hebben we onze bedrijfsvoering tegen het licht gehouden en zijn we dingen anders gaan doen, beter. Zo houden we de akkers in de winter groen. Dat is beter voor het bodemleven, de bodemstructuur en het vasthouden van de mineralen in de bodem. Als we de grond gaan bewerken maken we het groen fijn om het organisch stofgehalte in de bovenlaag op peil te houden. We hoeven minder chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken, want een gezonde en weerbare bodem is beter bestand tegen ziekten en plagen. Daarnaast is de meerprijs van het kwaliteitskeurmerk interessant, rendement is immers ook belangrijk.”


